Prothese

Een kunstgebit bestaat uit een plaat van kunsthars waarop tanden en kiezen zijn bevestigd. De vormen en kleuren van de oorspronkelijke tanden en kiezen kunnen exact worden nagemaakt. Het type tand en zelfs de vorm van uw schedel worden daarbij betrokken. De plaat van het kunstgebit ligt op de kaak. Door de druk van het kunstgebit op de kaak, zal die in de loop der tijd slinken. Daardoor past het kunstgebit steeds minder goed en gaat losser zitten. Dan is het tijd voor een aanpassing of een geheel nieuw kunstgebit. Een voorbeeld van zo’n aanpassing is het ‘rebasen’ van de prothese. Daarin wordt dan een nieuwe kunstharsbasis (voering) aangebracht.Voordat de tandarts de tanden trekt, maakt hij een afdruk van de kaak. Hierop wordt het kunstgebit gebaseerd. Na het trekken van de tanden en kiezen, wordt meteen het kunstgebit in de mond geplaatst. De eerste dagen zult u pijn voelen. Toch moet het gebit ingehouden worden voor een goede genezing. Later kan de tandarts eventueel aanpassingen doen om de pasvorm te verbeteren. Praten gaat in het begin vaak wat lastig, maar dat gaat meestal na enkele dagen beter.